Website van Alex Reuneker over taal, hardlopen, wielrennen en reizen

'Ben stil' of 'wees stil'?

In de aanstaande publicatie ‘Onthoud de gebiedende wijs! De spelling van de gebiedende wijs in het voortgezet onderwijs’ in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (TNTL) die ik samen met Franka Hogewoning schreef, zochten we uit hoe het nu precies zit met de gebiedende wijs wees, als in ‘Wees nou eens stil!’. Je hoort tegenwoordig ook wel ‘Ben stil’, maar die vorm lijkt toch nog niet helemaal doorgebroken. Wat is het verhaal?

'Wees nou eens stil!'. Foto door Kristina Flour op Unsplash

'Wees nou eens stil!'. Foto door Kristina Flour op Unsplash

Persoonsvormen zijn werkwoordsvormen die congrueren met hun onderwerp en die aanduiden of een gebeurtenis of een situatie gelijktijdig ofwel voortijdig is aan het spreekmoment. In de Algemene Nederlandse Spraakkunst wordt de gebiedende wijs een persoonsvorm genoemd, ook al is het onderwerp van de zin niet uitgedrukt, zoals in ‘Ga zitten.’ (Haeseryn et al. 1997: 44). In de traditionele grammatica heeft de gebiedende wijs twee vormen. De eerste en meest gebruikte vorm is gelijk aan de stam of eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (zie o.a. Van der Velde 1956: 77; Nederlandse Taalunie 2005: 75). Zo stelt Onze Taal dat in ‘Word lid van Onze Taal’ […] word een gebiedende wijs [is] en die is gelijk aan de ik-vorm van het werkwoord. Er komt dus geen t achter word.’ In sommige bronnen wordt vermeld dat de vorm gelijk is aan ‘de vorm van het werkwoord die hoort bij de tweede persoon, met jij erachter’ (Renkema 2020: 451; zie ook Den Hertog 1903: 39). Die laatste omschrijving lijkt, ook getuige de opmerking ‘we mogen noem als vorm voor de 1e pers. enkelvoud niet gelijkstellen met noem als vorm voor de gebiedende wijs, zoals vergelijking met ben en wees leert’ in de Spraakkunst van Rijpma en Schuringa (1972: 69), als instructie, ingewikkelder, maar wel correcter. Hieronder laten we zien wat dat nu met wees te maken heeft.

Bij enkele vormen is de specifieke werkwoordsvorm voor de gebiedende wijs in gebruik gebleven en daarin zien we de overeenkomst met de persoonsvorm van de tweede persoon enkelvoud, zoals in ‘Wees jij nu eens stil!/Wees nu eens stil!’ en niet met die van de eerste persoon enkelvoud, zoals in ‘Ik ben stil./? Ben nu eens stil!’ Hier zien we tevens waarom de gebiedende wijs als persoonsvorm wordt gezien; wees is de specifieke vorm die hoort bij de gebiedende wijs van het werkwoord zijn. De gebiedende wijs ben lijkt wel in opkomst te zijn, maar behoort volgens de Algemene Nederlandse Spraakkunst (nog) niet tot de standaardtaal (Haeseryn et al. 1997: 66-67). Wel speelt regio een rol (Onze Taal). Proeme stelt dat ‘de persoonsvormen in imperativuszinnen geheel overeenkomen met persoonsvormen in mededelende zinnen’ en dat er daarom in imperatiefzinnen, net als in mededelende zinnen, ook werkwoordsvormen voor kunnen komen die niet in tegenwoordige tijd staan (1984: 248).

Volgens De Haan (1986: 253) is de gebiedende wijs als specifieke werkwoordsvorm door taalverandering verdwenen, op ‘een relict als de vorm wees bij zijn’ na. De infinitief zijn is, volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal, een jongere pendant van wezen die in het Middelnederlands al sterk aanwezig is. Toch blijft wezen ook buiten de gebiedende wijs nog tot in de twintigste eeuw in gebruik, vooral in geschreven taal (WNT). Vroeger was er een aparte vorm voor de gebiedende wijs, maar de gebiedende wijs is veranderd in een zinstype dat voldoet aan een of meer kenmerken, zoals het ontbreken van een onderwerp, een persoonsvorm die vooraan staat in de zin, een werkwoordsvorm die bestaat uit de stam en in de tegenwoordige tijd staat. De opmars van zijn ten koste van wezen lijkt echter (nog) niet de imperatief wees te hebben verdrongen.

Lees, om toch maar af te sluiten met een gebiedende wijs, binnenkort meer in het komende nummer van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (TNTL).

Stemp De Tegenpartij

Twee keer de gebiedende wijs op een dag? Het mag, want het is verkiezingsdag en dat deed me denken aan een wel heel bijzondere imperatief van Van Kooten en De Bie: 'Geen gezeik, iedereen rijk. Stemp De Tegenpartij!'

Stemp De Tegenpartij!

Stemp De Tegenpartij! (afbeelding: Invaluable)

Voor iedereen die hét 'lijflied van alle vrije jongens' nog eens wil horen: klikt hier. 'De Tegenpartij, voor jullie en wij.'

'Houdt de straat schoon'

Onlangs liep ik door mijn geboortedorp Benthuizen. Omdat ik met mijn zoontje van 1 aan de hand liep, keek ik veel naar beneden en daar zag ik onderstaande stoeptegel.

'Houdt de straat schoon'

'Houdt de straat schoon'

Nu weten we uit onderzoek (Reuneker & Hogewoning, te verschijnen) dat de gebiedende wijs door velen moeilijk wordt gevonden en dat er nogal wat stemmen opgaan die beweren dat houdt hier (ook) goed is. Dat klopt echter niet. Meestal wordt hierbij een appèl gedaan op het verleden, want niet eens zo heel lang geleden hadden we een meervoudsvorm van de gebiedende wijs (of imperatief) die je, inderdaad, met een t na de stam schreef, zoals in het onderstaande voorbeeld uit de jaren '50.

Wordt lid. Verenigt alle luchtvaartgezinde Nederlanders. (Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart, circa 1950)

Pas in de officiële spelling van 1995 werd expliciet vermeld dat de goede vorm van de gebiedende wijs de vorm zonder t na de stam is, zonder dat daarbij onderscheid tussen enkelvoud en meervoud wordt gemaakt, zoals mijn student-assistente Franka Hogewoning en ik laten zien in een inventarisatie van alle edities van de Woordenlijst der Nederlandse Taal. De Nederlandse Taalunie, die erover gaat, zegt er het volgende over.

In de Leidraad, onderdeel van de Woordenlijst Nederlandse Taal en daarmee van de officiële spelling van het Nederlands, staat pas sinds 1995 vermeld dat de ‘gebiedende wijs wordt uitgedrukt door de stam van het werkwoord’ (Nederlandse Taalunie, 2005, p. 75).

Inmiddels is de vorm met slot-t echt verouderd ('archaïsch') en schrijf je bij de gebiedende wijs alleen de stam.

Spelling is veranderlijk en niet in steen gebeiteld, maar deze spelfout helaas wel. Een snel rondje googelen leerde me overigens dat Benthuizen zeker niet de enige gemeente is waar deze steen ligt; in Utrecht viel het columnist Fenna Riethof jaren geleden ook al op.

Binnenkort kun je er veel meer over lezen in TNTL, waarin ik de kwestie samen met Franka uitploos, maar tot die tijd kun je ook even kijken naar dit abstract voor de Grote Taaldag 2025, of, als je dit blog-postje niet wilt geloven, bij Onze Taal op de pagina houd/houdt en bij de Taalunie op de pagina wordt/word lid.

Wordt vervolgd...

Grote Taaldag 2025: Spelfouten bij de gebiedende wijs

Aanstaande vrijdag, 31 januari, vindt De Grote Taaldag 2025 plaats aan de Universiteit Utrecht. Daar presenteren mijn student-assistent Franka Hogewoning en ik resultaten van een door Digital Humanities gefinancierd onderzoek naar spelfouten bij de gebiedende wijs in het voortgezet onderwijs. Hieronder vind je het abstract.

Een merkwaardig soort pv [persoonsvorm]’ noemt Van den Toorn (1984, p.12) de gebiedende wijs, die geschreven wordt als de stam van het werkwoord (cf. Broekhuis, Corver & Vos, 2015, p. 87), zoals in (1).

(1) Bied hun een drankje aan.

Een werkwoord als bieden kent in de tegenwoordige tijd verschillende spellingen bij eenzelfde uitspraak (ik bied, jij/hij biedt) en eerder onderzoek laat zien dat dergelijke homofone werkwoorden zelfs bij geoefende spellers fouten veroorzaken (Sandra et al., 2001).

Aangezien bij de gebiedende wijs geen onderwerp zichtbaar is, verwachten wij in deze categorie meer spelfouten bij homofone werkwoorden (stam+t i.p.v. stam) dan bij andere homofone persoonsvormen, een effect dat mogelijk beïnvloed wordt door concurrentie van zinsinitiële persoonsvormen voorafgaand aan je, zoals in (2), en, wellicht in afnemende mate, de archaïsche meervoudsimperatief, zoals in (3).

(2) Bied je/biedt je broer hun een drankje aan?

(3) Komt allen tezamen.

In deze lezing vergelijken we op basis van een grootschalige data-analyse (zie Reuneker & Dunning, 2023) spelfouten bij de gebiedende wijs met die bij overige homofone persoonsvormen. We laten zien dat middelbareschoolleerlingen op elk niveau meer moeite hebben met de gebiedende wijs dan met andere persoonsvormen, hoewel havo- en vwo-leerlingen de vorm steeds beter onder de knie krijgen.

Zie het abstract inclusief referenties op https://www.reuneker.nl/files/papers/hogewoning_reuneker_grote_taaldag_2025.pdf.

Wellicht tot vrijdag bij De Grote Taaldag!