Het is, op het uur dat ik dit schrijf, precies een week geleden dat de Kustmarathon plaatsvond. Vanmorgen, tijdens een vroeg herstelloopje met Casper, realiseerde ik me dat het vandaag perfect weer zou zijn geweest voor de Kustmarathon: windkracht 1 – te verwaarlozen dus – droog en 14 graden. Alhoewel, is dat perfect kustmarathonweer? De editie van 2025 staat, zo begrijp ik uit berichten op bijvoorbeeld ZeelandNet en van Omroep Zeeland, nu te boek als de zwaarste ooit en dat is te danken aan het slechte strand en vooral storm Amy (NOS), die met windkracht 9 in ongunstige richting de deelnemers teisterde. Eigenlijk hoort dat misschien ook wel bij de marathon die bekend staat als de zwaarste marathon van Nederland, aldus de organisatie van de Kustmarathon zelf.
Ik merk, nu we een week met wat herstelloopjes en veel rekken en strekken verder zijn, dat ik ná de marathon eigenlijk meer 'last' heb van de tijd die ik liep (met 3:27 mijn langzaamste marathon ooit) dan tijdens de marathon. Toen had ik juist het gevoel lekker en met plezier aan het knokken te zijn tegen het parcours met het slechte strand, de hoogtemeters en natuurlijk het eerder genoemde weer. Waarom komt nu dan toch die focus op de eindtijd op en de gedacht dat ik die moet vergoelijken met de weersomstandigheden? Ik hoef niemand iets te bewijzen, maar dat stemmetje is er zolang geweest, dat het zich niet zomaar laat wegredeneren. Nee, het is waarschijnlijk beter te erkennen dat dat gevoel er is en het niet weg te drukken. Dat lukt overigens aardig, want in plaats van wegdrukken probeer ik het genoemde gevoel naast het gevoel te plaatsen dat ik een ontzettend mooie dag heb gehad, de organisatie en vrijwilligers dankbaar ben en ook trots ben op een flinke prestatie, want dat gevoel is er wel degelijk ook. Het zou, denk ik, fijner zijn om dat soort conflicterende gedachten niet te hebben, maar inmiddels heb ik geleerd dat ze er nu eenmaal zijn en dat ik daar wel een beetje, maar niet veel invloed op heb. Het lijkt toch steeds vooral een kwestie van scherp zijn op zulke gedachten, ze erkennen, maar niet klakkeloos voor waarheid aannemen.
Blij de finish in Zoutelande over
Hieronder zet ik nog even een paar gedachten op een rij die me de afgelopen week duidelijk werden.
Op het veertigkilometerpunt vond ik het wel fijn dat het nog maar twee kilometer was, maar ik had toch ook het gevoel dat ik er nog wel tien aan vast had kunnen plakken. Ik weet niet of dat betekent dat ik sneller had kunnen lopen – ik denk het eigenlijk niet met die wind en het strand – maar het laat vooral zien dat het met de conditie en tussen de oren wel goed zat.
Een marathon met veel strand, onverharde paden en zelfs veel trappen is echt wat anders dan een wegmarathon. Het parcours was, al hebben zulke vergelijkingen misschien niet heel veel zin, ook een stuk zwaarder dan bijvoorbeeld de Berenloop op Terschelling. Het parcours was dus zwaar, maar eigenlijk vind ik een wegmarathon die je echt snel wilt lopen veel zwaarder. Ik kom dan echt kapot over de finish, omdat ik dan constant in het rood loop en dat had ik hier zeker niet.
Het was echt heel bijzonder om over onder andere de Neeltje Jans te lopen en door alle leuke dorpjes tussen Burgh Haamstede en Zoutelande. Ik vind dat eigenlijk fijner dan een drukke stadsmarathon. Daar is de support constant en hoewel het geweldig is dat iedereen komt kijken en aanmoedigen, vind ik het eigenlijk ook best heel fijn om me soms niet bekeken te voelen.
De mooie route van de Kustmarathon
Op het strand leg ik het duidelijk af tegen veel andere lopers. Ja, er waren lopers in de voorhoede die zelfs moesten wandelen en dat hoefde ik zeker niet, maar het groepje waar ik voor het strand gemakkelijk mee kon lopen en het kopwerk kon verdelen, kon ik niet bijhouden op het strand. Dat is me eerder ook al opgevallen, overigens. Tijdens de laatste editie van de Omloop Ter Heijde had ik ook te weinig kracht in de bovenbenen om goed mee te kunnen in het mulle zand. Ik heb een vrij hoge pasfrequentie en loop licht, dus daar ligt het mijns inziens niet aan. Misschien kan ik een en ander verbeteren met gerichte krachttraining, maar ik weet niet of ik daar zin in heb. Het zou wel weer eens wat anders zijn, zo’n sportschool, dus wie weet is het een idee.
Zoals gezegd ben ik best trots op de prestatie, maar ik ben eigenlijk blijer met het gevoel dat ik tijdens de wedstrijd had. Ik had geen moment de gedachte 'waarom doe ik dit eigenlijk?' Sterker nog, ik had de gedachte 'Hé, ik denk niet eens "waarom doe ik dit eigenlijk?"' en dat vind ik een heel positieve ontwikkeling. Tijdens de trainingen en vooral na de lange duurlopen heb ik me wel meermaals afgevraagd of ik dit nog wel leuk vind. Dat heeft, denk ik nu, vooral te maken met afwisseling en (daarmee) routes. Ik heb alle paden in de wijde omtrek van mijn huis al zo vaak gezien, dat ik, bij wijze van spreken, bij elk grassprietje weet hoeveel kilometer het nog is tot de volgende bocht, tot een keerpunt, tot huis, et cetera. De keren dat ik echt een andere route liep, bijvoorbeeld op vakantie of door eerst met de metro of trein ergens heen te gaan en dan terug te lopen, had ik dat gevoel veel minder en voelde een duurloop meer als een klein avontuur dan als een routineklus. Wat me vaak weerhoudt om zoiets te doen, is dat het natuurlijk meer tijd kost dan gewoon gaan lopen nadat je de huisdeur achter je dichttrekt. Met een klein kind thuis is die tijd extra kostbaar, maar ik geloof dat ik dat ook een beetje uit gemak als argument gebruik.
Het bovenstaande heb ik overigens ook met de marathon zelf. De marathon van Rotterdam is echt schitterend, maar ik ken het parcours nu zo goed, dat je eigenlijk van tevoren al precies weet wat je tegenkomt en dat staat me, blijkbaar, tegen. Juist daarom had ik me voor de Kustmarathon maar heel beperkt verdiept in de route, want hoe meer ik weet hoe dat loopt, hoe minder verrassing, althans, dat was het idee. Dat klopte ook wel, maar daardoor wist ik eigenlijk niet hoeveel hoogtemeters er in het parcours zaten, namelijk een kleine 900 en veel trappen. Dat had ik wel wat beter kunnen bekijken van tevoren, denk ik, maar vervelend vond ik het niet tijdens de marathon. Die trappen gingen eigenlijk verbazingwekkend gemakkelijk, ook trap af. Daar zag ik verscheidene lopers veel tijd verliezen.
Verklaar me maar voor gek, maar in een weekend waarin mijn vrouw veel tenniste en ik niet lang van huis kon, heb ik de lange duurloop op de loopband gelopen: 36 kilometer wel te verstaan. Dat vond ik dan eigenlijk wel weer verbazingwekkend leuk, omdat het aanvoelde als experiment en ook dat laat volgens mij wel zien dat ik behoefte heb aan afwisseling en nieuwe routes, omgevingen of – iets breder – nieuwe of andere ervaringen. Het plan om ooit een marathon op de loopband te doen is overigens nog steeds niet van de baan. En ja, ik had aan deze duurloop natuurlijk 6,195 kilometer kunnen plakken om dat gelijk af te vinken, maar dat leek me niet verstandig en echt een hele lopen op dat bakbeest in de garage wil ik liever niet doen met een babyfoon ernaast.
Tot slot: de zaterdag van de Kustmarathon was echt een mooie dag, maar ik vond de zondag ook heel mooi, want ik was lekker veel met Casper thuis en aan het einde van de middag hebben we voor het eerst samen een rondje om het huizenblok gelopen; hand in hand stappen en door de herfstbladeren banjeren. Het is zo'n 400 meter en Casper vond het geweldig. Ik ook – echt iets om met elkaar trots op te zijn!