Relaxt of relaxed?
Engelse werkwoorden blijven lastig, blijkt uit de resultaten van Gespeld (zie Reuneker & Dunning, 2023; Reuneker, 2024). Het ís soms natuurlijk ook gewoon lastig en dat geldt niet minder voor homofone paren waarin je de persoonsvorm en het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde uitspreekt, maar anders schrijft, zoals bij relaxt en relaxed. Je schrijft dus ‘Jetten relaxt na de goede verkiezingsuitslag’, maar ‘Hij is relaxed het weekend ingegaan’. In de eerste zin is relaxen iets wat het onderwerp, hier Jetten, doet; in de tweede zin zegt relaxed iets over de manier waarop Jetten het weekend inging.

Bijvoeglijk gebruikt, dus hier had 'relaxed' in plaats van 'relaxt' moeten staan (bron: Bicycling, Editie 4, 2025)
Bij een persoonsvorm volg je 'gewoon' de regels van de Nederlandse (werkwoord)spelling. De stam vind je door -en van het hele werkwoord relaxen af te trekken, waardoor je relax overhoudt. Omdat het onderwerp in de derde persoon enkelvoud staat, schrijf je er een t achter. Bij bijvoeglijke naamwoorden wordt in principe de Engelse vorm behouden en daarom schrijf je relaxed.
Iets soortgelijks geldt overigens ook voor andere leenwoorden, zoals stressen: het is 'Eerdmans strest weinig over de uitslagen', maar 'Nanninga had stress over de campagne'; de stam van stressen heeft maar een s, dus schrijf je stres+t bij het onderwerp Eerdmans, terwijl stress in de tweede zin een zelfstandig naamwoord is (geen bijvoeglijk naamwoord, zoals relaxed) waarbij je de originele vorm aanhoudt: stress met dubbel s dus.
Zie, voor meer voorbeelden en advies, ook https://onzetaal.nl/taalloket/relaxed-relaxt.